
Een echte dame is ze. Haar haar prachtig in een knot, bloesje gestreken, lippen gestift. Ik bezoek haar en haar medebewoners maandelijks. En zodra ze me ziet raakt ze in een mineur. “Och, daar heb je haar weer met die flauwekul en die overdreven kleren. Hou maar op met die onzin en doe normaal”
Het contact met haar medebewoners is fijn. Er ontstaan prachtige momenten, we zingen, we lachen, halen gekkigheid uit en hebben echt aandacht voor elkaar. Maar tussen al die bijzondere momenten door, is daar ook de stem van mevrouw: “Doe normaal, dit is toch niet grappig’. En dat brengt onrust op de groep. Het lukt mij niet om haar op een positieve manier bij mijn spel te betrekken.
Met de verzorging spreek ik af dat zij mevrouw een andere bezigheid aanbieden als ik op visite kom, omdat we haar er geen plezier mee doen en haar huisgenoten er onrustig van worden. Maar dat lijkt op de 1 of andere reden niet uitgevoerd te kunnen worden. Dus mevrouw is erbij en Takkie en de andere bewoners hebben daarmee te dealen.
En dan bedenk ik een plannetje. Vol vertrouwen bezoek ik wederom de afdeling en tot mijn verbazing is mevrouw er vandaag niet bij. Ik ben blij voor haar en ga er van uit dat ze elders met de verzorging is. Tot ik tijdens het spel ineens haar stem hoor: “Doe toch normaal” Ik kijk op en jawel, daar is ze. Toch gebracht door de verzorging. Ze was even boodschappen doen. En ik besluit meteen mijn plan uit te voeren.
“Dag mevrouw, wat fijn dat u er bent. Wat een gekkigheid allemaal hè. Ik heb speciaal voor u een bloem gemaakt. Kijkt u eens!” En ik overhandig haar een zelfgemaakte bloem, gemaakt van vrolijke en glimmende kleuren pijpenragers. Verwonderd kijkt ze er naar. “Is die voor mij? Wat ben je toch een schat en zo gezellig dat je er bent.” Ik klets met haar verder, over grapjes en vrolijke kleren. Ja, ze houdt wel van een geintje zegt ze. En zo kom ik in contact met haar. En kan ik ook verder met mijn spel met de andere bewoners. Maar ik hou ook contact met haar, zorg dat ze me ziet, even een zwaaitje en een knipoog. Het ijs is gebroken.
Bij mijn vertrek neem ik afscheid van haar. “Kijk eens wat ik heb gekregen”, zegt ze. “Ik weet niet meer van wie, maar ik vind hem zo mooi, ik ga hem op mijn kamer hangen.” En ze laat me vol trots haar bloem zien. “Dat is een prachtige bloem mevrouw en knap gemaakt”. “Dat kan jij ook hoor meid. Daar heb jij hele goede handen voor!”
Aandacht voor Aandacht, is er iets belangrijkers? Takkie.
Reactie plaatsen
Reacties